Bij de behandeling van het Belastingplan zijn verschillende moties aangenomen, gericht op de verlenging van de zachte landing voor de handhaving op arbeidsrelaties. Naar aanleiding hiervan heeft het kabinet besloten de zachte landing voor het handhavingsbeleid rond schijnzelfstandigheid gedeeltelijk te verlengen in 2026, maar niet volledig. Een volledige verlenging van de zachte landing zou volgens het kabinet ongewenste effecten hebben, zoals het ontmoedigen van organisaties die zich al hebben aangepast aan de regels en het vertragen van de vooruitgang op dit dossier.
Dit betekent dat in 2026 de volgende zaken wijzigen ten opzichte van 2025:
- Er kunnen weer vergrijpboetes worden opgelegd.
- Bij een boekenonderzoek kan de Belastingdienst kiezen voor een onderzoek over een kalenderjaar of een recent aangiftetijdvak.
De Belastingdienst blijft in 2026 de mogelijkheid van naheffingen voor de periode tot 1 januari 2025 behouden. De Belastingdienst blijft, ook in 2026, starten met een bedrijfsbezoek. De inzet daarbij is “het goede gesprek” en de mogelijkheid voor organisaties om hun bedrijfsvoering te verbeteren. Er zullen in 2026 nog geen verzuimboetes worden opgelegd. Dit betekent dat, anders dan in 2025, vanaf 2026 wel vergrijpboetes kunnen worden opgelegd. Het kabinet vindt dit belangrijk, omdat deze boetes worden opgelegd in het geval van opzet of grove schuld bij (evidente) schijnzelfstandigheid. Dit geldt voor zowel werkgevenden als werkenden.




